
Wat bedoelen we als we zeggen: ‘Mijn leven heeft geen zin, maar ik heb er wel zin in.’
Sommige woorden staan met 1-0 achter. Zelf had ik dat jarenlang met het woord ‘zingeving’. Als eindredacteur van een bijlage voor dagblad Trouw kreeg ik veel artikelen opgestuurd over zingeving. Ik vond het vaak vage stukken vol goede bedoelingen, ethisch slijm noemde ik dat ook wel. Maar ooit ben ik ook juist bij Trouw gaan werken omdat ik zingeving zo belangrijk vind; het zou naar mijn idee een opvolger kunnen zijn van religie.
Dat blijkt ook zo te zijn. Sinds kost is Nederland een seculier land, gelovigen zijn een minderheid. Dat maakte het rapport Buiten kerk en moskee van het Sociaal Cultureel Planbureau in maart 2022 duidelijk. Deze studie gaat over de atheïsten, agnosten en spirituelen, inmiddels 51 procent van de bevolking. Als je niet in God gelooft zoals atheïsten en agnosten, dan lijkt de vraag naar dé zin van het leven volgens de onderzoekers minder relevant. Toch is twee derde van hen, zo maakt het onderzoek duidelijk, er tenminste in geïnteresseerd. Hun leven heeft geen zin, maar ze hebben er zelf wel zin in.
Maar wat betekent het dan als je zegt: ‘Ik heb er zin in?’ Die vraag probeer ik al jaren te beantwoorden, aanvankelijk in samenspraak met voormalig Denker des Vaderlands René Gude, die in maart 2015 overleed. Toen ik Gude leerde kennen, in 2013, had hij net te horen gekregen dat zijn botkanker was teruggekeerd en dat genezing uitgesloten was. Als je zoiets te horen hebt gekregen, heb je dan wel zin om aan het werk te blijven als filosoof en een functie als Denker des Vaderlands te vervullen? Ik vroeg dat Gude bij onze kennismaking.
‘Ik wil hoe dan ook blijven werken,’ zei Gude, ‘want ik maak zin door te werken.’
Ah, dacht ik, dit is mijn kans op 1-1. ‘Wat is dat dan, zin?’ vroeg ik.
Zin was volgens Gude vroeger vooral voorbehouden aan religie. Die vorm van zingeving zou je strikt genomen ‘zin-krijging’ moeten noemen, want wij kregen de zin van ons bestaan ooit van boven aangereikt. In onze geseculariseerde samenleving is zin voor velen van ons iets geworden dat je zelf moet maken. Zingeving was zin-krijging, en is zin-making geworden.
‘Het gebeurt vaak dat ik ’s ochtends, als ik het tuinhek achter me dichttrek, geen zin heb,’ zei Gude, ‘maar als ik dan ’s avonds, bij terugkomst, het tuinhek weer achter me dichttrek, heb ik een voldaan gevoel. Kennelijk heb ik ergens zin weten te maken.’
Zin is dus iets wat je kunt maken, het is een bezigheid. Maar dan nog: wat is het dan, zin?
‘Als je leven prettig aanvoelt,’ zei Gude, ‘als het er aardig uitziet, als je begrijpt waar het over gaat, en als je de doelstelling ervan onderschrijft, dan ben je, qua zin, al een heel eind.’
Dit was het begin, maar toch nog een keer: wat is het dan, zin? Met de woordenboeken in de hand gingen we aan de slag.
Wat opvalt aan deze eerste omschrijving van Gude is dat het om vier aspecten gaat: prettig aanvoelen, er aardig uitzien, begrijpen waarover het gaat, en achter de doelstellingen ervan staan. Voor die vier verschillende kanten van zinmaking vond Gude vier woorden: zinnelijk, zintuiglijk, zinrijk en zinvol.
Het zinnelijke was volgens Gude het lekkere, het lijfelijke aspect, het lustvolle, het er zin in hebben. We putten zin ook uit een ander vaatje, uit zintuiglijkheid. Zeer uitgesproken vinden we deze ervaring bij kunst, in de esthetiek. We ervaren eveneens zin als we in staat zijn te verwoorden wat onze taken zijn, en de zin ontgaat ons als we daartoe niet in staat zijn. Dit is de verstandelijke kant van zinmaking: het zinrijke. En dan hebben we ook nog het zinvolle, dat naar de bedoeling van ons leven of werk verwijst; dit gaat over de grote ‘waarom vraag’, waar de meesten van ons aan denken bij het woord ‘zingeving’.
Nog terwijl Gude naar deze woorden aan het zoeken was, raakte ik enthousiast. Hier was een denker iets op het spoor, dit waren geen vage maar zeer verantwoorde omzwervingen, dit was geen ethisch slijm, dit was een poging ‘zin’ in de zuiverste vorm te formuleren. En met deze woorden kun je aan de slag. Gude heeft zingeving handvatten gegeven, kun je doorvragen als iemand zegt dat hij zin heeft, of geen zin heeft. Zin heeft taal gekregen, en zo kan zingeving handelingsperpectief bieden aan werkgevers en werknemers.
Zingeving. Je kunt er van alles van vinden, maar sinds maart 2022 is het woord in Nederland minstens zo belangrijk als het woord ‘religie’. En als je het opvat als zinmaking is het nog concreet ook. Einduitslag: 2-1.
Peter Henk Steenhuis studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en als docent betrokken bij Emmius. Sinds 1994 werkt hij bij Trouw als eindredacteur, plaatsvervangend chef kunst en filosofieredacteur. Hij publiceerde over taalontwikkeling en over kunst en filosofie. Zijn boeken Filosofie van het kijken en Denken over dichten kwamen op de shortlist van de Socrates Wisselbeker. Hij werkte nauw samen met René Gude, denker des Vaderlands en oud-directeur van de ISVW. Peter Henk is auteur van o.a. de boeken ‘Werk verzetten’, ‘Ambachtelijk zingeven’, ‘Zin in het alledaagse’ en ‘Veroordeeld tot Succes’, dat dit jaar uitkwam.