
Goed werk vraagt om ruimte voor verwondering en ontmoeting
“In essentie gaat het leven over verbondenheid.” En “Zin en geluk zijn verschillende dingen.” Deze en veel meer inzichten komen langs als je spreekt met Jacky van de Goor, zelfstandig leiderschapstrainer en organisatiecoach en als onderzoeker verbonden aan het StoryLab van de UTwente. “Emmius is keihard nodig”, vindt zij. Want aandacht voor betekenisvol werk en verbinding met elkaar en je organisatie zijn urgenter dan ooit. Jacky treedt op als docent bij Emmius. Haar onderwerp is verbonden met haar boek ‘Je leven in één herinnering. Een verrassende zoektocht naar zin’.
Jacky, waar ben je op dit moment mee bezig?
“Vanuit mijn rol als leiderschapstrainer en organisatiecoach help ik organisaties op het gebied van vitaliteit en leiderschapsontwikkeling. Verder begeleid ik studenten in een onderzoek naar zingeving op het werk. In feite is dat een vervolg op mijn boek ‘Je leven in één herinnering’. Dat boek is de populaire versie van mijn PhD-onderzoek. De studenten richten zich nu op dezelfde vraag die achter mijn boek ligt: ‘Als je na je overlijden één herinnering mee zou mogen nemen, welke zou dat dan zijn?’, maar dan specifiek op werk. Dus welke herinnering uit je werk je dan zou kiezen.”
Wat verwacht je dat er uit het onderzoek komt?
“Ik verwacht dat de uitkomsten in lijn zijn met mijn eerdere onderzoek naar zin in het alledaagse leven. Daaruit bleek dat mensen herinneringen kiezen waarin de verbinding met de ander heel wezenlijk is. Dat sluit aan bij het gedachtegoed van onder meer filosoof Martin Buber, die de waarde van ontmoeting centraal stelt als fundament voor zin en betekenis. De hele mens zien, zien en gezien worden in wie we zijn en waartoe we worden geroepen. Mensen kiezen geen herinnering aan een moment waarop ze gescoord hebben in de zin van ‘ik heb m’n kpi’s gehaald’, want dat blijkt uiteindelijk niet het meest betekenisvol voor hen te zijn.”
Waarom wilde je je boek ‘Je leven in één herinnering’ schrijven?
“Dat boek is het resultaat van mijn promotieonderzoek, maar ook van mijn persoonlijke reis. Die begon bij mijn eigen zoektocht naar waar het leven over gaat. In de vaart van het leven en opgegroeid in een gezin waarin presteren de norm was – hoewel niet problematisch – rende ik mezelf voorbij. Toen zag ik een Japanse film op tv, waarin de hoofdpersonen slechts één herinnering konden kiezen om mee te nemen naar het hiernamaals. Dat triggerde me zo, dat ik deze vraag ook ging stellen aan mensen om mij heen en ging toepassen in trajecten en leiderschapstrainingen. Hun antwoorden verrasten me en raakten me. Daaruit is mijn promotieonderzoek naar zingeving ontstaan en het publieksboek ‘Je leven in één herinnering’. Ook ontwikkelde ik een methodiek die mensen helpt te ontdekken wat die ene herinnering hun leert over zichzelf en wat er werkelijk toe doet.”
Wat maakte die zoektocht zo verrassend, zoals je zegt in de ondertitel van je boek?
“Dat is niet in woorden uit te drukken. Het gaf zo’n rijkdom, om met die vraag aan de slag te gaan! Mijn aanname was dat de herinnering die je kiest heel betekenisvol moet zijn. Want je mag er maar één meenemen. Wat bleek, is dat mensen dan niet alleen hoogtepunten noemen, maar ook heel doodgewone dingen, zoals poffertjes bakken of de kinderen in bed leggen. Ik zocht het aanvankelijk in het grootse en meeslepende, maar het is ook te vinden in het alledaagse. Werk werd zelden genoemd door mijn respondenten. Ook opmerkelijk: bijna de helft kiest een ervaring die niet gelukkig is. Ik zag veel crises, overlijden, ziekte en rouw langskomen. Maar ik dacht: als je maar één herinnering mag meenemen, dan kies je toch iets vrolijks? Ik leerde dat geluk en zin dus verschillende dingen zijn. En dat het zinvolle voortkomt uit verbondenheid. Met andere mensen, met de natuur, het grotere of goddelijke. Het gaf mij heel veel rust, te weten dat het dus gaat over de Buberiaanse ontmoeting, de hele mens zien. Dat vraagt een openheid naar anderen die heel anders is dan het functionele contact. Dat maakte het zo puur en daar kan ik elk moment van de dag voor kiezen.”
Benieuwd naar de Leergang Mentor Zingeving?
De leergang Mentor Zingeving richt zich op professionalisering (verdieping, verbreding) van de mentor-rol van leidinggevenden en professionals die urgentie ervaren om een werkklimaat te realiseren waarin aandacht voor zingeving onderdeel is van de dagelijkse realiteit.
Doe je dat dan zelf ook?
“Ach ja, soms ren ik mezelf voorbij, maar het helpt me wel om soms alleen al die vraag te stellen: sta ik wel open voor de echte ontmoeting met de ander of het andere? Ik kan er gewoon voor kiezen om tijdens het boodschappen doen bij de Albert Heijn de kassière even aan te kijken en contact te maken. Het gaat om aanwezig zijn en om verbondenheid als basis voor zin. Die zelfoverstijging, zin ervaren vanuit verbondenheid met je omgeving, is een radicaal ander denkbeeld dan het westerse, wat gaat om het individu en zijn autonomie.”
Even terug naar werk, is dat dan niet betekenisvol?
“Nee, zo mag je dat niet stellen. Maar zin gaat, zo blijkt, over verbinding, en vraagt om ruimte voor verwondering, verbeelding en echte, authentieke ontmoeting. Waar vind je dat op het werk? Op dit moment zijn we veel te functioneel ingericht, op kpi’s en targets. Maar wanneer ga ik naar huis met het gevoel van voldoening? Een waar draag ik aan bij? Dat soort vragen wordt amper nog gesteld. ‘Verwondering’ en ‘ontmoeting’ lijken op het werk wel bedreigde diersoorten. Dat maakt Emmius keihard nodig.”
Dat vinden wij ook! Maar vertel…
“Ik denk dat we aan het doorslaan zijn op het werk. Er is geen cohesie meer, er is burn out, depressie, geen verbinding. In de organisaties waar ik kom tref ik vrijwel overal hetzelfde beeld: van haast, werkdruk, alles vastleggen en verantwoorden. Alles moet productief zijn, targets moeten worden gehaald. Door – bijvoorbeeld – AVG raakt de menselijke maat buiten beeld. We zijn aangekomen op een kantelpunt waar merkbaar wordt dat we een groot probleem hebben. De excessen in doorslaan in regels en het verlies van betekenis zie je bijvoorbeeld in de toeslagenaffaire. En kijk ook eens naar de nieuwe generatie. Die vindt heel andere dingen belangrijk. Je moet hier aandacht aan besteden.”
Wat zouden organisaties moeten doen vind jij?
“Er ligt een heel grote opgave. Maar kleine interventies kunnen al veel doen. Heel eenvoudig door bijvoorbeeld meer met verhalen te werken in de praktijk, verhalen van ervaringen op het werk die mensen als heel betekenisvol hebben ervaren. Laat mensen aan het einde van een overleg eens één zo’n moment van de afgelopen week of maand met elkaar delen. Waar we in de praktijk afdwalen van onze koers, is het verhaal een mooie manier om die verbinding weer te herstellen: wat doet er eigenlijk echt toe?”